nunspeet (geschiedenis)

                                              
de gemeente valg van nunspeet
                                         


Nunspeet heette vroeger Nuwenspete, dit betekent zoiets als "nieuwe ontginning". De tegenhanger hiervan is de oude naam voor het dorp Elspeet  dat in de gemeente Nunspeet ligt. Elspeet betekent zoiets als "oude ontginning". De naam "Nuwenspete" leeft voort in de plaatselijke Heemkundige vereniging Nuwenspete. De bevolking was arm en bestond oorspronkelijk voornamelijk uit kleine boeren, dagloners en eekschillers en leefden veelal in plaggenhutten. Karakteristiek voor deze omgeving waren de 'locomotiefhuisjes' die meestal uit de 19e eeuw stammen. Dit zijn lage huisjes met in de voorgevel een markante schoorsteen waardoor ze aan een locomotief deden denken.
Al ver voor het jaar 1000 maakte Nunspeet deel uit van het kerspel Ermelo. De bestuurlijke indeling in de elfde eeuw volgde de kerkelijke indeling: het schoutambt Ermelo omvatte Nunspeet, Ermalo en Harderwijk. Nadat Harderwijk in de dertiende eeuw zelfstandig werd, ontwikkelde Nunspeet zich tot de belangrijkste kern van de gemeente. De dorpen Elspeet en Vierhouten werden pas begin negentiende eeuw bij Nunspeet-Ermelo gevoegd. Ermelo voelde zich lange tijd achtergesteld door het gemeentebestuur in Nunspeet en na anderhalve eeuw van spanningen werd de gemeente in 1972 definitief gesplitst.
Belangrijk voor de groei van Nunspeet was de aanleg van de Zuiderzeestraatweg  in 1830 en de aansluiting op het spoorwegnet in 1863. Deze verbetering van de bereikbaarheid van het dorp had een gunstige invloed op de plaatselijke economie.
In de negentiende eeuw nam de bevolking toe van een kleine 2000 inwoners tot meer dan 10.000 in 1912. Er was onvoldoende werk in de landbouw voor al deze mensen maar de komst van een katoenfabriek en ververijen en de bebossingsprojecten zorgden voor veel werkgelegenheid. Bronnen uit 1846 vermelden verder een azijnmakerij, een papierfabriek en een hennepspinnerij.2 Ook werd het toerisme in de tweede helft van de negentiende eeuw steeds belangrijker. In de loop van de twintigste eeuw vestigden veel bedrijven zich in de gemeente. Hierdoor en door het toegenomen toerisme groeide ook de middenstand. In 1952 werd ten zuiden van het dorp een grote kazerne gebouwd, de Gerenaal winkelman kazerne. De Elspeetse heide werd in gebruik genomen als militair oefenterrein. Na de Koude Oorlog moest de krijgsmacht  inkrimpen en in 1993 werd besloten dat de Generaal Winkelman kazerne zou worden gesloopt en het terrein teruggegeven aan de natuur. In 2001 werd begonnen met slopen en in 2007 werd het terrein overgedragen aan Staatbosbeheer  Nunspeet verwierf met de sluiting het recht een bedrijvenpark (De Kolk) te stichten aan de Noordoostzijde van het dorp. Nunspeet kent dan drie bedrijventerreinen die werkgelegenheid bieden aan de plaatselijke bevolking.
In de jaren zestig van de twintigste eeuw werd Nunspeet flink uitgebreid naar het noordoosten met de woonwijk Oenenburg. In 1967 werd de Veluwesnelweg A28 tussen Amersfoort en Zwolle aangelegd waardoor de bereikbaarheid van Nunspeet aanzienlijk werd verbeterd. Het toerisme kreeg hierdoor opnieuw een impuls. In het boek 'Onder de clockenslach van Nunspeet'(aug. 1954) wordt de historie van het dorp door Henk van Heerde uitgebreid beschreven. In 1974 verscheen de tweede druk met daarin waardevolle aanvullingen van oud-burgemeester H.J. Langman.
                                              

Geen opmerkingen:

Een reactie posten